Wij zitten in de versnelling - HL7 in het UMCG

Interview met Marco Scherer en Michael van der Zel, Informatie Management UMCG; tekst: Marieke Keur; foto's ter beschikking gesteld door Michael van der Zel en Victor van Werkhoven
Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) maakt al lang gebruik van HL7, omdat dat vele processen kan automatiseren in de dagelijkse routine van de zorgprofessionals en administratieve ondersteuners. Bovendien werkt het UMCG aan de digitale toekomst van de gezondheidszorg, waarin data allesbepalend zijn. Marco Scherer (CIO) en Michael van der Zel (Enterprise Architect, werkzaam als klinisch informaticus) gaan in op de keuze voor HL7 en geven een aantal voorbeelden van succesvolle toepassingen daarvan in het UMCG en daarbuiten. In bredere zin streeft het UMCG na het lerend zorgsysteem hiermee maximaal te ondersteunen.
Kiezen voor een open standaard
Het UMCG is het enige academische ziekenhuis in Noord-Nederland en zet vol in op samenwerking met de ziekenhuizen en zorginstellingen in de noordelijke provincies. Daarvoor moet een zorgverlener over de volledige, actuele patiëntgegevens van iemand kunnen beschikken. Een soepele gegevensuitwisseling in de totale zorgketen is dus cruciaal. Scherer: ‘Met HL7 als basis kan dat. Maar het is meer dan een technisch verhaal. HL7 is de door de markt geaccepteerde informatiestandaard voor de zorg, die elke leverancier kent. Bijna elk systeem kan HL7 “praten”. Daarom is het heel logisch wanneer een leverancier in zijn diensten en producten daarvoor kiest.’ – Van der Zel sluit zich daarbij aan. ‘Ik ben een groot voorstander van open standaarden. In dit huis zijn heel veel verschillende apparaatjes in gebruik, bijvoorbeeld voor de bloeddrukmeting, en dat gaan er nog veel meer worden. Het is geen doen om al die apparaatjes punt op punt aan te sluiten. Bovendien, als je wilt wisselen van apparaat of leverancier gaat dat nu nog heel moeilijk. Met een open standaard wordt dat veel makkelijker.’
Beslissingsondersteuning en AI
Met de keuze voor HL7 is het UMCG klaar om aan te sluiten op de nationale infrastructuur voor gegevensuitwisseling waar het ministerie van VWS naar toe wil. Dat is een cruciale voorwaarde voor verdere digitalisering van de zorg. Scherer: ‘De toekomst is data. Er komt steeds meer data beschikbaar voor allerlei doeleinden, zoals toepassingen op het vlak van beslissingsondersteuning en AI. Ook onderzoek is een bron van nieuwe ontwikkelingen, waar de patiëntenzorg van profiteert. Vroeger waren dat gescheiden werelden, maar die komen nu steeds meer bij elkaar. En dat wordt alleen maar meer. Als academisch ziekenhuis voor hoog complexe zorg zitten we in die versnelling en moeten we snel en veilig uitwisselen. Niet alleen regionaal en nationaal, maar ook internationaal. Daarom hebben we al vroeg voor HL7 gekozen.’
Kennisdeling en elkaar versterken
Maar veel zorginstellingen hebben die stap nog niet gezet en blijven met lokale oplossingen werken. Daardoor kunnen hun systemen niet vanzelfsprekend data uitwisselen met die van andere zorgaanbieders. Van der Zel: ‘Ik raad al mijn collega’s in andere ziekenhuizen en zorginstellingen aan om de HL7 Workgroup-sessies te bezoeken. Daar ontmoet je mensen die ermee werken en je kunnen meenemen in hun ervaringen. Daar zit de kennis om de stap te zetten naar een goede gegevensuitwisseling. Als lid van deze community van vrijwilligers ben je altijd op de hoogte van het laatste nieuws. Bovendien, als we erin slagen om met elkaar op één lijn te komen, staan we sterker - tegenover een leverancier bijvoorbeeld of het ministerie. Dan kunnen we zeggen: dit hebben we nodig om ons werk goed te kunnen doen.’
Zorgviewer en MDO-portaal oncologie
Het UMCG kent vele voorbeelden van het succesvolle gebruik van HL7 in de dagelijkse praktijk. Zoals in de ontwikkeling van regionale zorgpaden. Het uitgangspunt daarvan is de juiste zorg op de juiste plek in de regio te verlenen. Een voorbeeld is HartNet Noord-Nederland. Als een hartpatiënt bij zijn huisarts komt, kan die hem naar een regionaal ziekenhuis verwijzen. Voor complexe operaties gaat die patiënt voor een korte opname naar het UMCG. Na afloop verhuist hij zo snel mogelijk naar een tweedelijns ziekenhuis in zijn regio. Scherer: ‘Als je dit wilt organiseren, moet je over alle patiëntgegevens kunnen beschikken. Wij bouwen daarom samen met onze zorgpartners aan een Zorgviewer in Noord-Nederland. Als de patiënt daar toestemming voor heeft verleend, kan de behandelend arts zijn gegevens uit de systemen van de verschillende zorgaanbieders inzien. Zodat de arts het totale plaatje heeft. HL7 FHIR is de manier om die informatie uit de verschillende HIS-en en EPD’s te ontsluiten.’ – Van der Zel: ‘Maar zo ver zijn we nog niet; de informatie reist nu nog vaak één kant op. Het is wel de ambitie: dat iedereen op elk moment kan zien wat de status van een patiënt is, of dat nu de huisarts, de cardioloog in het tweedelijnsziekenhuis of in het UMCG, een naaste of de patiënt zelf is.’ – Er is een werkend model/prototype van de Zorgviewer. Een eerste versie van het product met minimale functionaliteiten om één en ander concreet te maken wordt met een jaar verwacht.
Een ander voorbeeld is het MultiDisciplinaire Overleg (MDO)-portaal voor oncologie. In deze omgeving kunnen artsen uit verschillende regionale ziekenhuizen tijdens een virtueel overleg de beschikbare patiëntinformatie afkomstig uit de verschillende ziekenhuizen inzien.
Flarometer en pseudonimisatie
HL7 maakt ook kleinere toepassingen mogelijk, die een patiënt zelf kan gebruiken en die hem of haar meer eigen regie geeft. Een voorbeeld daarvan is de onlangs gelanceerde flarometer voor zelfmetingen. Deze is ontwikkeld voor kinderen met een aangeboren afwijking van hun darmstelsel. Met een apparaatje thuis met een HL7 FHIR-koppeling en een app op hun telefoon kunnen zij metingen van hun poep doorgeven aan het UMCG. Daar wordt gekeken of er reden is om het kind naar het ziekenhuis te laten komen of niet. Als alles rustig is, scheelt dat een bezoek aan het ziekenhuis. De flarometer is nu al een succes en wordt verder ontwikkeld voor volwassenen.
Als instelling voor wetenschappelijk onderzoek is er voor het UMCG nog een andere goede toepassing van HL7. Van der Zel: ‘Met FHIR kunnen we een pseudonimisatiedienst realiseren voor onderzoeksdoeleinden. We kunnen een patiëntennummer omzetten naar een pseudoniemnummer, zodat we nog een standaard api te pakken hebben.’
Aandacht voor governance
Bovenstaande voorbeelden laten zien hoe HL7 bijdraagt aan de gegevensuitwisseling in allerlei zorgcontexten van het UMCG. Van der Zel: ‘Met de keuze voor HL7 FHIR als open standaard kan een brede gegevensuitwisseling gerealiseerd worden. De volgende stap is de governance van de standaard goed te regelen. Daar spelen wij als leden van de HL7-community een rol in.’ – Scherer: ‘Ik sluit me daarbij aan. Daarnaast is het belangrijk dat HL7 zelf goede voorbeelden presenteert van een betere ontsluiting met HL7 FHIR als basis uit de dagelijkse praktijk van zorgverleners. Zodat de hele sector kan zien hoe dat leidt tot een betere gezondheidszorg.’