Op verzoek van het Informatieberaad Zorg is een vergelijking gemaakt tussen de HL7 Clinical Document Architecture (CDA) en de HL7 Fast Healthcare Interoperability Resources (FHIR). Dit document is door Rob Mulders ter informatie aangeboden aan het Informatieberaad Zorg tijdens de virtuele bijeenkomst van 21 september 2020. De centrale vraag is: zijn deze standaarden opvolgend of aanvullend?
De weg naar CDA
De meest verbreide standaard is HL7 versie 2 (HL7v2). Alle Nederlandse ziekenhuizen maken sinds eind vorige eeuw intern (intramuraal) gebruik van HL7v2 om berichten tussen het centrale EPD/ZIS en de afdelingssystemen uit te wisselen. Rond de eeuwwisseling ontstond de behoefte om gegevens tussen zorginstellingen (transmuraal) uit te wisselen. HL7 kwam daartoe met HL7 versie 3 (HL7v3), waar de Clinical Document Architecture (CDA) het meest succesvolle onderdeel van is. Met CDA kan een patiëntendossier gestructureerd in één document worden weergegeven en uitgewisseld.
De opkomst van FHIR
Door de populariteit van internet, ontstond rond 2010 de behoefte om het gebruik van documenten te vervangen door een interactief vraag- en antwoordspel tussen applicaties onderling. HL7 nam de door alle grote industrieën gebruikte internetstandaard Application Programming Interface (API) als voorbeeld en ontwikkelde op basis daarvan de FHIR API voor het ondersteunen van workflow (het vraag- en antwoordspel) in de zorgsector. Zowel CDA als FHIR worden in de praktijk toegepast. Zijn deze standaarden aanvullend of opvolgend?
Durf de stap te maken
Ons advies is kort en bondig: durf de stap naar de FHIR API te maken. Als we in de zorgsector betere gegevensuitwisseling willen (met als gevolg meer patiëntparticipatie, minder werkdruk en lagere kosten), dan is het gebruik van een gestandaardiseerde API over internet absoluut het beste middel.
Het hele document is hieronder te downloaden.
pdf
Advies HL7 CDA vergeleken met FHIR
(786 KB)